panorama

Overzicht van de Notariële protocollen van de Koloniale secretarissen (periode 1846 t.m. april 1869) en Notariële protocollen van de notarissen (periode mei 1869 – 1939)

Bewerkt door Helma Maduro-Molhuijsen

Dit overzicht geeft een direct beeld welke notarissen in een bepaald jaar hun functie uitoefenden en welke registers en indexen door hen zijn opgemaakt. Het is een verkorte weergave van “Inventaris van het archief van de Koloniale Secretaris bevoegd tot het uitoefenen van het notarisambt en zijn opvolgers: 1846 – 1957 (1970)”, dat in het Nationaal Archief – Curaçao onder toegang no. 7 is te raadplegen.

Voor de notariële protocollen opgemaakt door de Koloniaal secretaris (1846 – 1869) zijn zgn. “Nummerlijsten” (korte inhoud van het protocol) beschikbaar. Van deze nummerlijsten zijn indexen gemaakt, zowel op datumvolgorde, als op naam van de persoon die de akte liet opmaken en op soort akte. Deze notariële akten bevatten geen transportaktes; voor deze periode zijn de transportaktes terug te vinden in het archief Hof van Justitie – Gerecht van Eerste Aanleg; waarvan ook indexen zijn gemaakt.

Van de notariële protocollen van de notarissen (na 1869) zijn repertoria aanwezig. In de repertoria vindt u de verkorte inhoud van het protocol. Men dient eerst deze repertoria te raadplegen alvorens het desbetreffende stuk opvragen.

Voor wat betreft aktes welke werden opgemaakt voor doorhaling van een hypotheek of voor een lastgeving: deze aktes werden in origineel afgegeven en men vindt deze aktes dus niet terug bij de protocollen. Ze worden wel genoemd in de repertoria.
Voor inzage van de notariële akten jonger dan 70 jaar gelden beperkingen.


Overzicht van de Notariële Protocollen.

Gedurende de periode 1846 tot mei 1869 werden de notariële protocollen opgemaakt door de Koloniale secretaris. Deze kunnen onderverdeeld worden in de jaren:
1846 – 1853: Isaac Rammelman Elsevier Jr.                    inventarisnummer: 1  t.m. 22.
1853 – 1858: Jan Hendrik Schotborgh.                                inventarisnummer: 23  t.m. 37.
1858 – 1866: Johannus Beaujon.                                         inventarisnummer: 38  t.m. 57.
1867 – 1869: Jan Hendrik Schotborgh.                                inventarisnummer: 58  t.m. 60.
                                                                                               n.b.: nummer 60 is t.m. april 1869.
Deze notariële akten bevatten geen transportaktes; hiervoor werden aparte registers aangelegd.


Notariële protocollen opgemaakt door de notarissen: periode mei 1869 – 1939.

1869 – 1897: Jan Hendrik Schotborgh.                       
Periode mei t.m. november 1869.  Inventaris nummer: 234.    
Periode: jan. 1870 t.m. april 1897. Inventaris nummer: 61 t.m. 106.

1869 – 1893: Jan Willem Heldewier Vignon.        
Periode: mei 1869 t.m. maart 1893. Inventaris nummer: 107 t.m. 131.               
Geen aktes verleden in periode: 
1889 – maand januari;    
1890: juli t.m. december;
1891: november slechts een akte.   

1893 – 1919: Cornelis Gorsira.
Periode: okt. 1893 t.m. sept. 1919. Inventaris nummer: 132 t.m. 160.     
Jaar 1893: november ontbreekt, in december geen akten verleden.            
Jaar 1894: akten februari – december ontbreken.

1897 – 1919: Jan Hendrik Rudeloff Beaujon.    
Periode: januari 1897 t.m. maart 1919. Inventaris nummer: 161 t.m. 187.           
Jaar 1905: januari t.m. juni ontbreekt. 

1919 – 1939: Jan Jacob Beaujon.                                       
Periode:  okt. 1919 t.m. april 1939. Inventaris nummer: 188 t.m. 232.

1926: Eduard S.C. de Veer Abrahamsz (waarnemend notaris).    
Periode: maart t.m. juli 1926. Inventaris nummer: 233.


Nummerlijsten en Repertoria.

Nummerlijsten en repertoria zijn toegangen tot de protocollen.
De nummerlijsten zijn zeer summier en geven alleen de namen van de persoon die de akte liet opmaken, eventueel een 2e persoon en een benaming voor de soort akte.
De repertoria zijn uitgebreider en geven de inhoud van het protocol weer: dus de personen en de zaak waar het over gaat. Naast de repertoria, meestal een groot boek waar alle aktes in genoemd worden, zijn er ook nog de dubbelrepertoria. Hierin staan dezelfde gegevens, maar als losse vellen gebundeld per jaar. De dubbelrepertoria zijn vaak in slechte staat en sommige jaren ontbreken.
Men dient in eerste instantie de repertoria te raadplegen.
Voor een recentere periode zijn alleen de dubbelrepertoria aanwezig.


Nummerlijsten van de notariële protocollen opgemaakt door de Koloniale secretaris:

Periode 1846 t.m. april 1869: Inventarisnummer: 244 t.m. 249
Van deze nummerlijsten zijn indexen gemaakt, zowel op volgorde nummer als op naam van de persoon die de akte liet opmaken en op soort akte. Deze overzichten zijn op de studiezaal aanwezig. De nummerlijsten van de jaren 1855 t.m. 1858 ontbreken.

Repertoria van de notarissen: periode 1869 – 1939.

1869 – 1897: Jan Hendrik Schotborgh (vanaf 1 mei 1869).
Inventarisnummer: 250 t.m. 255.
                   
1869 – 1893: Jan Willem Heldewier Vignon.
Inventaris nummer: 256 t.m. 258.
                   
1893 – 1919: Cornelis Gorsira.
Inventarisnummer: 259, 260 en 263.
De jaren 1909 en 1910 ontbreken; zie hiervoor het dubbelrepertoria.

1897 – 1919: Jan Hendrik Rudeloff Beaujon.     
Inventarisnummer: 264 t.m. 269.
Alphabetische registers op deze repertoria, opgesteld naar de benamingen van de akten en naar de namen van de personen. Inventarisnummer resp.: nummer 270 en 271.

1919 – 1939: Jan Jacob Beaujon.          
Inventarisnummer: 272 t.m. 284.
                   
1926: Eduard S.C. de Veer Abrahamsz (waarnemend notaris).
Inventarisnummer: 285.

Dubbel-repertoria:
Van voornoemde repertoria zijn ook dubbel-repertoria aanwezig. Deze bevatten dezelfde informatie, maar zijn vaak in slechte staat. Alleen indien een bepaald repertoria niet aanwezig is kan men het dubbel-repertoria aanvragen.


Dubbel-repertoria, welke niet bij repertoria zijn genoemd: (recentere datum)

1919 – 1944: Eduard Salomon Lansberg.        
Inventarisnummer: 372 t.m. 397.

1945 – 1946: Eduard Salomon Lansberg en zijn waarnemer S.W. Van der Meer.
Inventaris nummer: 398 en 399.

1927 – 1953: Hendrik Johannes Beaujon.        
Inventarisnummer: 421 t.m. 445.                     
Jaar 1952 ontbreekt.
Jaar 1953: tot juni door Beaujon, daarna door waarnemer Johan Boesveld.

1938 – 1949: Antonius Adrianus Gerard Smeets. 
Inventarisnummer: 448 t.m. 459.
Jaren 1944 t.m. 1948 ontbreken.

1946 – 1957: Ernest Cohen Henriquez.         
Inventarisnummer: 460 t.m. 471.                          
jaren 1946 en 1951 t.m. 1954 ontbreken.
1970:    Rudolf Anthony Palm.
Inventarisnummer: 472

 

Speciale Registers.

Testamenten:

1869 – 1896: Jan Hendrik Schotborgh.
Chronologisch register op testamenten. Inventarisnummer 476.

1869 – 1890: Jan Hendrik Schotborgh.    
Alphabetisch register op testamenten. Inventarisnummer 477 en 478.

1869 – 1897: Heldewier Vignon en J. Schotborgh.  
Inventarisnummer 481 en 243.   

1894 – 1912: Gorsira.            
Alphabetisch register. Inventarisnummer 483 en 484 (484: beschadigd)

1919 – 1930: Jan Jacob Beaujon.        
Inventarisnummer: 488, 489, 490.

1924 – 1937: Jan Jacob Beaujon.       
Alphabetisch register. Inventarisnummer: 493.


Eigenhandig geschreven en getekende uiterste willen, generale volmacht: 1847 – 1917:
hiervoor wordt verwezen naar pag. 81 van het boek “Inventaris Notarissen” – toegang # 7.

Ongeopende testamenten 1849 – 1917:
hiervoor wordt verwezen naar pag. 82 en 83 van het boek “Inventaris Notarissen” –  toegang # 7.



Diversen:


1866 – 1897: Jan Hendrik Schotborgh.
Register met afschriften van de akten. Inventarisnummer: 473.

1869 – 1894: Jan Hendrik Schotborgh.
Register van wisselprotesten. Inventarisnummers: 474 en 475.

1871 – 1897: Jan Hendrik Schotborgh.

Register onderhandse akten. Inventarisnummer: 479

1894 – 1913: Jan Hendrik Schotborgh.
Alphabetische naamindex (klapper). Inventarisnummer: 480.

1897 – 1919: Jan Hendrik Rudeloff Beaujon.
Alphabetische registers.   
Alphabetische registers op deze repertoria, opgesteld naar de benamingen van de akten en naar de namen van de personen. Inventaris nummer: 270 en 271.

1897: Jan Willem Heldewier Vignon.
Register van wisselbrieven. Inventarisnummer: 482

1899 – 1908: Jan Hendrik R. Beaujon.
Register van wissels en wissel protesten. Inventarisnummer: 487

1920 – 1939: Jan Jacob Beaujon.
Register van akten m.u.v. testamenten. Inventaris nummers: 491 en 492.

---