panorama

Opwaartse sociale mobiliteit op Curaçao in de 19-de en 20-ste eeuw

Op dinsdag 4 november was er over dit onderwerp een lezing in het Nationaal Archief door de heer Drs. Ronald Donk.

Ronald Donk (Aruba 1945) is historicus en was van 1967-1980 onderwijzer en docent voortgezet onderwijs op Aruba en in Nederland. Hij vervulde van 1980-2007 de functie van hoofddocent geschiedenis aan de Hogeschool Windesheim te Zwolle. Hij publiceerde onder andere over migranten in Nederland, enkele gouverneurs van Curaçao en over het Curaçaose onderwijs in De Archiefvriend. Tevens schreef hij meerdere leerboeken geschiedenis voor Nederlandse en Antilliaanse leerlingen. Dit was zijn vierde lezing voor de Vrienden van het Nationaal Archief Curaçao.

Lezing R Donk 2014

Na de inleiding door onze voorzitter werd er door de heer Donk aan de hand van zeer bekende en minder bekende landskinderen uit achterstandsgroepen gezocht worden naar bevorderende en belemmerende factoren van opwaartse sociale mobiliteit in de context van de eigentijdse maatschappelijke ontwikkelingen. Hoe was het bijvoorbeeld mogelijk dat ex-slaven onderwijzer(es) werden, kleurlingen uiteindelijk hoge functies in het land verwierven, arme blanken hoger op de maatschappelijke ladder terechtkwamen en meisjes van verschillende afkomst maatschappelijk toch succesvol waren?

Eén van zijn conclusies was, dat de samenleving niet zo statisch was als eerdere historici beweerden, maar voor de (arme) blanken, een kleine groep vrouwen en (lichtgekleurde) kleurlingen waren er door hun opleiding en ondernemingszin mogelijkheden tot sociale stijging in het onderwijs en de economische sector (periode 1816-1916).

Aan het einde van de lezing werd de discussie gestart met de vraag "Is collectieve sociale mobiliteit op Curaçao mogelijk?"

Na afloop was er gelegenheid om onder het genot van een drankje na te praten op de patio.


 

Maritieme archeologie

Op 24 september 2014 organiseerde De Vrienden een lezing in het Nationaal Archief door de heer drs. François van der Hoeven over Maritieme archeologie op Dominica en Sint Kitts.

Van-der-Hoeven-2014De sociaal geograaf François van der Hoeven was in de jaren zeventig leraar op het Peter Stuyvesant College en werkzaam op Sint Maarten in de jaren tachtig en negentig. Sinds 1995 woont hij weer op Curaçao en is actief in de Stichting Maritieme Archeologie Curaçao (STIMACUR) en de Werkgroep Archeologie Curaçao.

Eerder dit jaar was Van der Hoeven met een team van STIMACUR op Dominica en op Sint Kitts waar onderzoek werd gedaan naar oude ankerplaatsen. Dit zijn vervolgonderzoeken van studies die al jaren plaatsvinden. De geschiedenis van deze eilanden is nauw verweven met deze ankerplaatsen. Kustplaatsen en forten vormen hier een belangrijk onderdeel van.

Aan de hand van vele fotos werd verteld hoe het onderzoeksteam in Dominica in de noordelijke Rupert Prince Bay de zeebodem afscande om de vele wrakken in die baai te localiseren en daarna op de zo gevonden wrakken af te duiken om die te beschrijven en op te meten. Van een van de wrakken werden een aantal artefacten opgedoken en aan het lokale museum gedoneerd.

Bij Sandy Point in het noorden van St. Kitts kon met behulp van een serie oude kaarten uit het lokale archief de plek van de drie forten die daar ooit lagen worden bepaald en kon ter plaatse nog een restant van het middelste, inmiddels door de zee verzwolgen, fort worden aangetroffen.

Na afloop was er op de patio van de prachtige Bolo di Batrei gelegenheid om na te praten onder het genot van een drankje.

 


 

De katholieke kerk in de twintigste eeuw

 

Het bestuur van de Stichting Vrienden van het Nationaal Archief van Curaçao organiseerde op 27 augustus in samenwerking met de Algemene Faculteit van de Universiteit van Curaçao Dr. Moises da Costa Gomez een lezing door mevrouw drs. Margo Groenewoud:
"De katholieke kerk op Curaçao 1915-1973: een bijzondere missie?"

lezing door M. Groenewoud, augustus 2014Margo Groenewoud is historicus (Universiteit Leiden, 1994) en werkt sinds 2008 als hoofd Library & Research Services van de Universiteit van Curaçao. In 2011 is zij gestart met promotieonderzoek bij Prof. Dr. Gert Oostindie, Universiteit Leiden, met als co-promotor dr. Vefie Poels, Universiteit Nijmegen.

Het onderzoek van mevrouw Groenewoud startte vanuit haar fascinatie voor het feit dat de katholieke kerk in grote delen van de twintigste eeuw relatief veel invloed heeft gehad op de Curaçaose samenleving. Eén van de vragen die zij zich heeft gesteld in de aanloop naar het onderzoek is hoe normaal of juist bijzonder deze positie eigenlijk was, bijvoorbeeld in vergelijking met andere missiegebieden en met andere Nederlandse en Europese koloniën.
 
De lezing ging in op deze vraag en gaf een introductie op het onderzoek dat de spreker momenteel verricht naar de katholieke kerk op Curaçao in de periode 1915-1973. De lezing werd geïllustreerd met beeldmateriaal van belangwekkende of opmerkelijk bronnen uit het Nationaal Archief.

Na de lezing was er gelegenheid om vragen te stellen en om onder het genot van een drankje na te praten op de patio.


 

 

De Tweede Wereldoorlog op de Antillen


Op maandag 5 mei organiseerde onze Stichting in het Nationaal Archief een lezing door de heer Jos Rozenburg, getiteld:

Curaçao in de Tweede Wereldoorlog.

De heer Rozenburg woonde van 2005 tot 2008 op Curaçao en was Hoofd Operaties bij de Commandant Zeemacht in het Caribisch gebied en was ook Consul voor de Oorlogsgravenstichting op de Antillen en Aruba. In 2008 heeft hij voor de Vrienden een lezing verzorgd. 

Hij had toen inmiddels zo’n twee jaar onderzoek verricht naar de namen van de Antilliaanse gevallenen tijdens de Tweede Wereldoorlog om te weten wie die personen waren en hoe zij omgekomen waren. Het bleek dat op de oorlogs-monumenten in de Antillen de namen van 37 Antilliaanse slachtoffers ontbraken. Op zoek naar meer gegevens werd zijn onderzoek uitgebreid naar onder andere de aanvallen van Duitse onderzeeboten op Curacao en Aruba, maar ook op de schepen in de Caraibische Zee, de oorlogshandelingen op en rond de eilanden en de Geallieerde verdediging van de Franse, Engelse en Amerikaanse troepen. Helaas zijn stukken van en over de Tweede Wereldoorlog op Curaçao, die overigens niet bij het Nationaal Archief liggen, niet altijd beschikbaar of goed toegankelijk. De heer Rozenburg heeft daarom ook veel onderzoek gedaan in de oorlogsarchieven in De Haag, Washington en Londen.

De Antillen in WO II

Op 4 en 5 mei was de heer Rozenburg op Curaçao onder meer in verband met de presentatie van zijn boek “De Antillen in de Tweede Wereldoorlog”, waarbij zowel het boek als al het onderzoekmateriaal aan het Nationaal Archief overhandigd werden. Het Archief is hier zeer erkentelijk voor en ook de Vrienden zijn erg blij dat deze stukken nu beschikbaar komen. Het boek is het resultaat van acht jaar onderzoek in de nationale archieven van Curaçao, Aruba, Nederland, Duitsland, Engeland en de Verenigde Staten en gaat over de Tweede Wereldoorlog op en rond de Antilliaanse eilanden.

In zijn lezing voor een volle en aandachtig luisterende zaal ging de heer Rozenburg in op de oorloghandelingen op en rondom Curaçao en vertoonde hij een Duitse en en Britse film van het Polygoon journaal. Ook kwam de vondst van de aangelande en niet ontplofte torpedo bij Rif, de mislukte aanval op Bullenbaai en de stranding van de USS Erie bij Piscadera aan de orde.

Als dank voor de vele hulp die hij tijdens zijn onderzoek van hen had ontvangen werd aan een viertal onderzoekers elk een exemplaar van het boek overhandigd.

Na afloop werd er onder het genot van een drankje nagepraat op de overvolle galerij.

 


 

De bezetting van Aruba

Lezing door Hubert CabanaOp 16 april werd in het Nationaal Archief op Scharloo op uitnodiging van ons bestuur een lezing gehouden door de heer Hubert Cabana onder de titel
"De bezetting van Aruba in 1806 door Francisco de Miranda".


Hubert Cabana is voor velen geen onbekende. De laatste jaren is hij een trouwe deelnemer aan onze activiteiten en een regelmatige bezoeker van het Archief. Dit laatste in verband met onderzoeken die hij doet naar zaken waar zijn belangstelling naar uit gaat. Dat zijn onder andere de persoon Genereux de Lima en zijn familie en de Vrijmetselarij op Curaçao, Venezuela, Colombia en Chili.
Dit laatste heeft er onder andere toe geleid dat hij geregeld contacten heeft met historici uit Venezuela, waaronder Javier Arreaza de Miranda, een verre afstammeling van Francisco de Miranda, thans wonende in Zwitserland.

In de lezing ging de heer Cabana in op levensloop van Francisco de Miranda en zijn expedities om Venezuela en heel Zuid-Amerika te bevrijden van de spaanse overheersers. De Miranda wist zich daarbij aanvankelijk in de rug gesteund door Engeland, dat in oorlog was met Spanje en diens bondgenoot Napoleon. Tijdens zijn tochten met de brik Leander deed hij in de loop van 1806 enkele keren Aruba aan en bezette het eiland telkens gedurende korte tijd.

Na afloop was er weer gelegenheid om onder het genot van een drankje na te praten op de galerij.

cabana-zaal-2014

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 

 

Wandeling over de oude plantage Malpais

 

Malpais-07

Op zaterdagochtend 29 maart was er een wandeltocht over de oude plantage Malpais. Na het verzamelen op de parkeerplaats bij Vaersenbaai en een welkomstwoord van Josette (plus een manderijn voor elke deelnemer) liepen de vrienden onder leiding van de gids John Dohmen in de richting van plantage. Al snel werd de groep uiteen gerekt en nog voor het oversteken van de Weg naar Bullenbaai had zich een kopgroep, enkele achtervolgers en een hoofdmacht gevormd.

Na het oversteken van de weg ging het door de opgedroogde salinja, waar zelfs de prachtige begroeiing van de "banana di rif" sterk aan het verschrompelen zijn en via de oude en inmiddels vervallen dam naar de dubbele indigobakken. Van deze bakken zijn slechts de bovenste twee zichtbaar: de derde bak is in de loop der tijde onder de grond komen te liggen. Goed zichtbaar was het niveauverschil en de overloop van de eerste bak naar de tweede bak. Hier en daar was nog een restant van de binnenbekleding te zien die ooit uit ijsselsteentjes bestond, afgedicht met gemalen dakpannen.

Door het natuurgebied liepen we verder naar het hofje waar een korte pauze was. In de schaduw van onder andere een grote tamarijnboom konden we genieten van een stuk patia. Enkelen bleven hier verder pauzeren, maar de meesten gingen vlot daarna verder naar een oude pos di pia en de grote dam die door de Shell werd aangelegd. Het daarachter gelegen meer staat de laatste jaren droog: het lago disparsé.

Iets verderop liggen de restanten van wat blijkbaar ooit een magasina is geweest, de ruine van de melkfabriek en de resten van de varkensfokkerij. De melkfabriek werd ook in de tijd van de Shell gebouwd en heeft als bijzonderheid een afwijkend, van cement gemaakt, type dakpan en de typische hoge boogramen van de benedenverdieping, waar je ook ziet dat er bakstenen/ijsselstenen gebruikt zijn.

Via de zandweg ging het, onderweg de achterblijvers uit het hofje ophalend, door de salinja terug naar naar de parkeerplaats.

 


 

Herdenking 150 jaar afschaffing van de slavernij

 

phoca thumb l 1502a (Custom)

Als laatste activiteit van het kalenderjaar en als afsluiting van het herdenkingsjaar "150 jaar Emancipatie" werden de Vrienden op 27 november uitgenodigd voor de bezichtiging van de expositie op het Nationaal Archief “Libertad riba papel” en een Teleacfilm over de slavernij.

Deze expositie behandelt in 12 panelen de geschiedenis van de afschaffing van de slavernij en de tijd na de Emancipatie, waarin de bevolking in zijn eigen onderhoud moest voorzien (1863-1918), tot de industrialisatie op Curaçao begon met de komst van de CIPM/Shell.

De uitleg werd verzorgd door de heer Erwin Gibbes  (foto), medebestuurslid en directeur ad interim van het Nationaal Archief van Curaçao.

Tevens was er gelegenheid om in het auditorium van het Archief twee Teleacfilms over de geschiedenis van de Slavernij te bekijken.

Na afloop was er weer de mogelijkheid om op de galerij, met een hapje en een drankje, na te praten over deze avond.

De tentoonstelling was tot 1 augustus 2014 te bezichtigen.


 

 

Lezing over 150 jaar afschaffing der slavernij

 Het Bestuur van de Vrienden van het Archief organiseerde op 16 oktober jongstleden een lezing door de heer Richenel Ansano met als titel:


150 Jaar afschaffing van slavernij in het koninkrijk: Op zoek naar een nieuwe agenda voor de historie van de “afrokurasoleño”.  

2013-lezing-R AnsanoDe heer Richenel Ansano is directeur van NAAM, het National Archeological Anthropological Memory Management Institute. Hij werd geboren op Curaçao (1960). De heer Ansano heeft een BA in Economie en een MA in Antropologie. Hij was onder andere directeur Dienst Culturele Zaken voor Curaçao, Associate Director van de John Hope Franklin Humanities Institute aan de Duke University en Directeur van The Global Medicine Education Foundation.  


Na afloop was er gelegenheid om onder het genot van een drankje na te praten op de patio.


 

 

Wandelen op de plantage Knip

 

In het kader van de herdenking van 150 jaar afschaffing van de slaverij organiseerde het bestuur op zaterdagochtend 1 juni een excursie met twee variaties naar de plantage en het Landhuis Knip, te weten:

- een stevige wandeltocht naar Pos Kayuda op de plantage, dan wel
- een tocht naar een Pos di Pia en bezoek aan het Landhuis Knip.

Roi-Kayuda-cdh

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  (foto door CdH)

 Voor de eerste tocht werd er 's morgens om 8 uur bij het landhuis verzameld. Dit was een middelzware boswandeling onder begeleiding van een gids naar de zoetwaterbron van Pos Kayuda die in het heuvelachtige gebied ten oosten van landhuis Knip ligt.

De totale ‘hike’ duurde zo’n 3½ uur met een korte pauze van een 20 minuten bij Pos Kayuda. Hiervoor waren de deelnemers uitgerust met eigen drinken en versnapering (crackers e.d.) en met stevige dichte wandelschoenen, pet/hoed, wandelstok en sunblock. Deze tocht gaf aan hoe moeilijk het vroeger in droge tijden was om, als alle watervoorraden opraakten, aan drinkwater te geraken. Er bleek een schat aan zeldzame flora in de 'mondi' te groeien en bloeien.

Voor de tweede tocht werd er 's morgens om half 9 verzameld, ook bij het landhuis. Dit was een lichte wandeling naar de Pos di Pia nabij het landhuis. Na terugkeer bij het landhuis was er een rondleiding door de magasina, de andere bijgebouwen en het in het landhuis gevestigde Museo Tula.

Na afloop van beide tochten konden de deelnemers desgewenst in het landhuis gezamenlijk genieten van een lunch met lokale gerechten.


 

Het Paleis van de Gouverneur


Op dinsdag 20 november brachten de Vrienden een bezoek aan het Paleis van de Gouverneur. Tijdens dit bezoek kregen de vrienden ook een uitleg over de geschiedenis van zowel het Fort Amsterdam, als het Paleis. Ook de bewoners werden niet vergeten.


Het Gouvernementshuis, of ‘Het Kasteel’, zoals het heel vroeger nog genoemd werd, was in eerste instantie het verblijf voor de directeuren van de W.I.C. Het zag er toen wel anders uit dan zoals we het nu kennen. Het betrof een houten gebouw dat later werd vervangen door een stenen woning, die de kern vormt van het huidige paleis. Het oudste deel van het gebouw bestond uit een paviljoen aan de voorzijde, dat door zijn lengte in twee vleugels werd gesplitst, met een centrale passage in het midden. Niet lang na de eerste bouw werd aan de achterzijde het tweede paviljoen, met de monumentale dubbele trap ervoor, toegevoegd. In 1765 vond de uitbreiding met een open galerij aan de havenzijde plaats. In deze staat bleef het gebouw circa honderd jaar zonder wijzigingen. In de jaren 1868-1870 werden intensieve verbouwingsplannen gemaakt. De uiteindelijke verbouwing bleef echter beperkt tot het bijtrekken van de open galerij tot het hoofdgebouw, de omzetting van de geprojecteerde balkonkamer in een “hangend” balkon en het aanbrengen van klassieke ornamenten aan de voor- en achterfaçades. In dit proces is de oorspronkelijke eenvoud van stijl aan de achterzijde verdwenen. De renovaties hadden ook betrekking op de overkapping, waarbij de gracieus gekrulde liggers werden weggehaald.
Desondanks was in de periode dat Gouverneur Barge aan het bewind was (1890 - 1901), een nieuwe verbouwing noodzakelijk. Blijkbaar is deze verbouwing afdoende geweest om aan de eisen van de tijd te beantwoorden, want pas tijdens het gouverneurschap van professor Römer (1983 -1990) werd een volgende grote restauratie noodzakelijk gevonden. 


blauwe eetkamer

Nadat men de trappen is opgegaan komt men in de entreehal, een mooie open ruimte met marmeren vloer. In deze ruimte hangt het portret van Koningin Beatrix van de Nederlandse kunstenaar Jacob Bruijn. Naast dit schilderij hangen de staatsieportretten van de oud-gouverneurs van 1929 t.m. 2002. De overige portretten van de gouverneurs, beginnende bij gouverneur Kikkert, hangen in de Gouverneursgalerij. Aan het eind van de gang hangt een prachtige vergulde spiegel. Deze spiegel is afkomstig uit het pand Scharloo 77 en werd door mw. Van der Kwast – Da Costa Gomez, de toenmalige eigenaresse van dit pand, in bruikleen afgestaan.


In de receptiezaal vinden de officiële ontvangsten plaats. In deze ruimte hangen schilderijen van o.a. Antilliaanse landschappen van Johannes Anemaet. Eveneens schilderijen van Dolf Henkes en Charles Eijck. In deze ruimte staat ook de vitrinekast met het originele galatenue van gouverneur Debrot. De blauwe eetkamer (foto) wordt gebruikt voor formele diners, maar ook voor vergaderingen; in deze ruimte hangt het authentieke portret van Casper Lodewijk van Uytrecht (waarnemend gezaghebber van 1842-1844). De drie achter elkaar liggende salons behoren tot de privé vertrekken van de gouverneur, maar worden ook voor informele bijeenkomsten gebruikt. Het is een prachtig gezicht als de deuren opengaan en men de drie salons, ieder met zijn eigen kleurschakering, achter elkaar ziet liggen. De rode, de grijze en de groene salon. De kunstwerken in iedere salon hebben eveneens een eigen karakter.

Via de balkonkamer werden we naar de tuin geleid, met het prachtige uitzicht op de haven. Daar werd ons een hapje en een drankje aangeboden door adjudant Ryan Cabenda, die het bezoek mogelijk heeft gemaakt.

 


 

Het Nederlandse gebouwde erfgoed in de Oost


lezinggillOp donderdag 22 november 2012 organiseerde de Vrienden van het Archief, in samenwerking met de Faculteit der Technische Wetenschappen van de Universiteit, een lezing door de heer Dr. Ir. Ronald Gill met als titel: “Het Nederlandse gebouwde erfgoed in de Oost, een vergelijking met de West”.

Ronald Gill is architect. Hij werd geboren in Indonesië en was van 1980 tot 1984 docent aan de Universiteit van de Nederlandse Antillen waar hij nauw betrokken was bij de oprichting van de afdeling Bouwkunde en Civiele Techniek. Hij promoveerde op een onderzoek van de architectuur en stedenbouw in Indonesië.

De heer Gill was waarnemend directeur van de Stichting Monumentenzorg Curaçao en lid van de Monumentenraad Curaçao. Tevens is hij de auteur van het bijzonder mooie boek “Een Eeuw Architectuur op Curaçao.
De spreker was tevens coördinator van het Urban Heritage Afstudeeratelier aan de TU-Delft. Naast onderwijs en onderzoek, en de uitvoering van stedelijk erfgoedprojecten in Indonesië, begeleidde hij studenten bij afstudeerprojecten op het gebied van het Nederlandse gebouwde erfgoed overzee in samenwerking met lokale universiteiten in Indonesië, Suriname en Curaçao.

Na een welkomstwoord van ons bestuurslid mw. Helma Maduro, werd de spreker geïntroduceerd door de heer Ir. Michael Newton.

Aanleiding voor de lezing was de viering van 15 jaar Werelderfgoed van Historisch Willemstad in december 2012. In zijn presentatie ging de heer Gill ook in op de rol van professor Coen Temminck Groll, die hiervoor feitelijk de basis heeft gelegd. Hij maakte de eerste systematische inventarisatie van de monumenten op Curaçao die leidde tot een monumentenregister. De lezing was dan ook een eerbetoon aan Coen Temminck Groll.
De heer Gill liet een foto van een gedreven Temminck Groll in actie zien, onder meer, tijdens een openluchtcollege in Paramaribo dat in 2002 de werelderfgoedstatus verwierf.

Tijdens de lezing ging de heer Gill, aan de hand van kaarten en foto’s, in op de verschillen en overeenkomsten in de architectuur en stedenbouw van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en de West-Indische Compagnie (WIC). Daarbij besteedde hij in het bijzonder aandacht aan de forten, de stedenbouwkundige structuur, de gouvernementshuizen en de landhuizen.

Na afloop werd er, zoals gebruikelijk op de patio onder het genot van een drankje, nog lang nagepraat over deze bijzondere lezing.

(aangepast op 16 maart 2013)


 

Excursie naar Fleur de Marie en Scharloo Abou

 

excursie20120905

Op woensdag 5 september gingen de Vrienden op excursie naar Fleur de Marie, waar volop wordt gewerkt aan het weer leefbaar maken van deze wijk. Onze wandeling startte bij het kantoor van de Stichting Monumentenzorg Curaçao aan de Scharlooweg, waar wij gastvrij werden onthaald door de heer George Schmit, directeur van de Stichting.
Na een welkomstwoord van de voorzitter en onze gastheer, werd door Els Langenfeld in het kort verteld over het ontstaan van wijk Scharloo Abou en Fleur de Marie. Hierna werden twee groepen gevormd en o.l.v. de heren Schmit en Wissen, projectleider van de revitalisering van Fleur de Marie, startte de wandeling. Deze ging deels langs de reeds eerder  gerestaureerde panden op Scharloo; zoals het pand van La Maria (het rode gebouw achter The Movies dat jarenlang eigendom was van de familie Winkel).


Een groot deel van de infrastructuur is al klaar, maar het werk is nog volop aan de gang. Op opengevallen plekken worden huisjes gebouwd waarbij de oude bewoners van deze wijk voorrang krijgen bij toewijzing. Ook is er midden in de wijk een nieuw buurtcentrum gebouwd en een sportveld aangelegd; van beiden wordt een zeer goed gebruik gemaakt.
Tijdens deze excursie kregen wij een goed beeld van hetgeen al is gerealiseerd en van de verdere plannen. Na afloop van de excursie was er gelegenheid om in het fraaie pand van Monumentenzorg met een hapje en drankje nog van gedachten te wisselen over deze leerzame excursie.


Gedurende de wandeling heeft onze Vriendin Marjon veel foto's gemaakt

Fleur de Marie:


Scharloo Abao:



 


 

Wie was John Brown?

Op 13 juni was er in de Openbare Bibliotheek een lezing door Jeroen Heuvel getiteld

‘We kunnen het niet vaak genoeg over John Brown hebben’.

We waren zeer verheugd een spreker uit eigen gelederen te kunnen presenteren: Jeroen Heuvel is Vriend en voltooide vorig jaar zijn masterstudie Papiamentu aan de UNA.

In zijn lezing besteedde Jeroen Heuvel (foto) niet alleen aandacht aan de historische figuur John Brown, maar ook aan de Papiamentstalige artikelen die tussen 10 mei 1873 en 30 mei 1874 over hem verschenen in de Civilisadó. Deze artikelen zijn een door ene ‘P’ vertaalde bewerking van het boek ‘John Brown’ van Henri E. Marquand.

In zijn lezing ging Jeroen Heuvel in op enkele bijzondere aspecten, zoals de vragen ‘Wie was John Brown?’, 'Wat weten we over Henri E. Marquand', 'Waarom heeft hij dit boek geschreven?' en  'Wat is de ware identiteit van ‘P’?'

Na afloop was er een levendige discussie over de betreffende periode en de identiteit van 'P'.


 

 

Lezing over de gouverneurs van de Nederlandse Antillen

Op 15 mei was er in het auditorium van de Openbare Bibliotheek een lezing door Prof. Dr. Gert Oostindie getiteld "De gouverneurs van de Nederlandse Antillen sinds 1815". Het gelijknamige boek verscheen in 2011 bij KITLV en werd geschreven onder regie van de heer Oostindie met bijdragen van de historici  Wim Renkema, Ronald Donk, Dirk Tang en Aart Broek en de kunsthistorica Renske van der Zee. 

lezing-gouverneurs

In de lezing ging Professor Oostindie in op de wijze waarop staatkundige ontwikkelingen het ambt van gouverneur beïnvloed hebben. Hoeveel macht hadden de gouverneurs en hoe ge- of misbruikten zij die in tijden van crisis? Maar ook de verschillende persoonlijkheden passeerden de revue en de ‘emancipatie’ van het ambt: van de eerste katholieke gouverneur, de eerste gouverneur van eigen bodem tot de eerste zwarte gouverneur.

Na afloop werd de gelegenheid om vragen te stellen en met de spreker in discussie te gaan volop benut. Naast het gebruikelijk cadeau voor de spreker had de heer Oostindie een exemplaar van het boek voor De Vrienden meegenomen (zie foto).